Voorlopige inspectieresultaten ageing passieve brandbeveiliging: veel tekortkomingen!

Nieuws van het LEC BrandweerBRZO, september 2019

De veiligheidsregio’s hebben zich dit jaar tijdens de Brzo-inspecties toegelegd op het onderwerp ageing van passieve brandbeveiliging (PBB). Uit de eerste inspectieresultaten blijkt dat er op dit gebied behoorlijk wat tekortkomingen zijn en dat er werk aan de winkel is voor zowel de bedrijven als de toezichthouders.

Om kennis en kunde in huis te halen voor de thema-inspecties, is de Britse expert dr. Simon Thurlbeck ingehuurd om kerndocenten op te leiden én om te voorzien in een goede handleiding over PBB. De kerndocenten hebben op hun beurt de ‘brandweerinspecteurs’ opgeleid om deskundig op het thema PBB te kunnen inspecteren. De door Simon Thurlbeck opgestelde handleiding ‘Beoordeling van Passieve Brandbeveiliging bij Brzo-bedrijven’ bleek hierbij een goed hulpmiddel. De handleiding is door het LEC BrandweerBRZO ter beschikking gesteld aan de brancheverenigingen van de Brzo-bedrijven. De veiligheidsregio’s hebben hun voorbereidingen op het inspectiethema PBB in 2018 afgerond.

Audit trail

Om de inspectie van passieve brandbeveiliging bij bedrijven gestalte te geven, maken de inspecteurs onder andere gebruik van een zogenaamde audit trail, een roadmap om de inspecteur door de inspectie heen te leiden. Met behulp van de roadmap wordt onderzocht of passieve brandbeveiliging is toegepast en of het bedrijf er zelf al over had nagedacht wanneer PBB toegepast dient te worden. Een belangrijke vraag is of het bedrijf dit in zijn veiligheidsbeleid heeft vastgelegd. De inspecteur moet ook afwegen of de beleidsmatige uitgangspunten aansluiten bij de brandscenario’s bij het bedrijf. Last but not least wordt ook gekeken naar het totale onderhoudsregime rondom PBB en de daadwerkelijke fysieke staat ervan. Met deze werkwijze hebben de inspecteurs inmiddels stevige inspectieresultaten behaald.

Geen vastgelegd PBB-beleid

Uit de inspecties bleek dat de meeste Brzo-bedrijven (ruim 60 procent) gebruik maken van passieve brandbeveiliging. Waarom en op welke wijze PBB wordt toegepast, blijkt echter vaak niet beleidsmatig of procedureel vastgelegd te zijn. Nog niet de helft van de onderzochte bedrijven waarover inmiddels is gerapporteerd blijkt een vastgelegd beleid voor het toepassen van PBB te hebben. Bij één derde van de bedrijven is geconstateerd dat dit wel had moeten gebeuren. Bij de meeste van deze bedrijven heeft dit ook tot acties of zelfs handhaving geleidt. Het niet vastleggen van het PBB-beleid kan ook gevolgen hebben voor de wijze van inspectie en herstel van de PBB. Zorgwekkender is het wanneer PBB om brandveiligheidsredenen wel is toegepast maar de voorzieningen niet of onjuist worden geïnspecteerd. Dat dit ongeveer bij een kwart van de onderzochte bedrijven het geval is, is zeer zorgwekkend. Tenslotte laat ook de fysieke staat bij ruim één derde van de bedrijven zien dat er onvoldoende aandacht is voor reparatie en herstel van PBB.

Tot 1 september zijn 100 bedrijven geïnspecteerd waarbij ook het inspectierapport aan het bedrijf is gezonden. Bij 25 van deze 100 bedrijven is handhaving ingezet om verbeteringen af te dwingen. Voorbeelden van geconstateerde gebreken waarop handhaving is ingezet zijn:

Werk aan de winkel

De resultaten tot dusver tonen niet alleen aan dat het thema PBB terecht intensief onder de loep wordt genomen, maar ook dat er werk aan de winkel is. Voor de bedrijven, maar ook voor de toezichthouders! Met de blik op de toekomst zouden bedrijven die het erg goed doen eigenlijk als voorbeeld, als leerschool, moeten worden benut voor de minder goed presterende bedrijven. Vanuit de veiligheidsregio’s wordt erover nagedacht hoe de goede werkwijze voor het toepassen van PBB gebruikt kan worden als ‘best practice’ voor de minder presterende bedrijven.