Uitspraak: 180 m3/uur bluswater in inrichting truckparking

Nieuws van het LEC BrandweerBRZO, februari 2019

Een primaire bluswatervoorziening van 180 m3 per uur mag in het kader van het belang van de bescherming van het milieu worden voorgeschreven in een omgevingsvergunning milieu.

Op 10 oktober 2018 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak over de bluswatercapaciteit op een grote truckparking (circa 450 plaatsen) voor vrachtwagens met o.a. gevaarlijke stoffen (ADR-vrachtwagens). De zaak draaide om de noodzaak van primaire bluswatervoorziening met een bluswatercapaciteit van 180 m3 per uur op iedere plaats binnen de inrichting, zodat bij gelijktijdig gebruik van twee brandkranen een waterlevering per brandkraan van 90 m3/uur verzekerd is. Een parkeerplaats voor o.a. vrachtwagens met gevaarlijke stoffen valt niet onder de PGS 15. Voor de voorschriften t.a.v. de bluswatercapaciteit is wel aansluiting gezocht bij de voorschriften uit hoofdstuk 10 van deze PGS.

De truckparking was van mening dat een bluswatercapaciteit van 180 m3 per uur niet noodzakelijk was en een capaciteit van 90 m3 per uur voldoende was. Als argument hiervoor werd o.a. aangevoerd dat door de indeling van parkeervakken er geen aanstraling van de ene naar de andere ADR-vrachtwagen kon plaatsvinden.

Foto Megin Zondervan

De Rechtbank dacht hier echter anders over. De indeling van de parkeervakken is weliswaar zodanig dat tussen twee parkeervakken voor vrachtwagens met ADR altijd twee parkeervakken voor niet-ADR-vrachtwagens zijn gelegen, maar dat voorkomt niet dat een plasbrand bij een ADR-vrachtwagen kan overslaan. Indien sprake is van een plasbrand bij een ADR-vrachtwagen zal deze namelijk binnen korte tijd (5-7 minuten) kunnen overslaan naar de aan beide zijde geparkeerde niet-ADR-vrachtwagens (en vervolgens weer overslaan naar de daarnaast geparkeerde vrachtwagens). De brandweer zal dus direct bij aankomst tegelijkertijd drie vrachtwagens en een plasbrand moeten blussen (en twee aangestraalde niet ADR-wagens moeten koelen). Gelet op het feit dat hiervoor minimaal twee straatwaterkanonnen moeten worden ingezet, is het noodzakelijk dat een bluswatercapaciteit van 180 m3/uur (direct) beschikbaar is, zodat de twee waterkanonnen ieder met 90m3/uur worden gevoed.

De parking was daarnaast van mening dat een deel van de 180 m3 per uur via secundaire bluswatervoorziening kon worden geleverd. Het opbouwen van de secundaire watervoorziening vergt echter extra tijd en hiervoor is bovendien een 2e tankautospuit noodzakelijk waarvoor een langere opkomsttijd geldt.
Gelet op het feit dat juist direct na aankomst van de brandweer voldoende bluswater beschikbaar dient te zijn om escalatie van het incident te voorkomen en het incident beheersbaar te houden, dient deze capaciteit via een primaire bluswatervoorziening beschikbaar te zijn (en kan niet worden volstaan met een deels secundaire bluswatervoorziening voor de 180 m3/uur).

Kortom: Het beroep is ongegrond, binnen de inrichting – de truckparking – dient een primaire bluswatervoorziening met een bluswatercapaciteit van 180 m3/uur op iedere plaats binnen de inrichting aanwezig te zijn.

Er is geen hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

Uitspraak Rechtbank 10 oktober 2018 ECLI:NL:RBROT:2018:8334