“Pandemie gaat vóór Brzo-toezicht” – Veiligheidsregio’s alert op effecten corona-uitbraak in Brzo-industrie

Nieuws van het LEC BrandweerBRZO, april 2020

Net als alle sectoren in de maatschappij heeft ook de Nederlandse industrie te maken met de effecten van de wereldwijde corona-uitbraak. In BRZO+-verband is afgesproken voorlopig geen inspecties uit te voeren bij Brzo-bedrijven en de veiligheidsregio’s houden de vinger aan de pols of deze risicobedrijven veilig kunnen blijven functioneren. Voldoende beschikbaarheid van personeel voor vitale bedrijfsprocessen en paraatheid van bedrijfsnoodorganisaties en bedrijfsbrandweren zijn de voornaamste aandachtspunten.

Half maart nam de Veiligheidsregio Limburg-Noord het initiatief om alle Brzo-bedrijven in deze regio aan te schrijven met de vraag in hoeverre zij zich hebben voorbereid op mogelijke effecten van de coronapandemie. Gelijktijdig bleek ook BRZO+ een zelfde vraag te hebben neergelegd bij de Brzo-uitvoeringsdiensten. De Brzo-inspectiediensten willen inzicht hebben in de mate waarin bedrijven getroffen worden door uitval van personeel en in maatregelen om de veiligheid in de inrichtingen en de voorbereiding op calamiteitenbestrijding te waarborgen. Brzo-bedrijven is gevraagd antwoord te geven op drie vragen:

‘Line of defense’

In de Brzo-samenwerkingsgebieden is de indruk vooralsnog dat bedrijven niet tegen grote knelpunten aanlopen. Johan Braker, Brzo-coördinator Regio Noord, ziet dat bedrijven wel maatregelen nemen om het besmettingsrisico te beperken. “Ons werkgebied Groningen-Friesland-Drenthe telt circa vijftig Brzo-inrichtingen. Op maandag 16 maart hebben we alle bedrijven gevraagd om antwoord te geven op de bovenstaande vragen. De binnengekomen reacties zijn door de omgevingsdienst verwerkt. We zien onder andere dat bedrijven op alternatieve wijze van dienstploeg wisselen, waarbij mensen van de vertrekkende en komende ploeg geen fysiek contact met elkaar hebben. Zo wil men voorkomen dat door uitval als gevolg van besmetting kritische functies in de procesbesturing wegvallen.”

“Vanuit onze toezichthoudende rol willen we ook weten of bedrijven in de problemen komen met de personele bezetting van hun BHV- of bedrijfsbrandweerorganisaties. Als dat zo is moeten ze dat melden. Dan valt immers een ‘line of defense’ in het veiligheidsregime bij het bedrijf weg. Van de veiligheidsregio’s mag niet verwacht worden dat ze bijspringen om gaten in de operationele bezetting te dichten. Alle veiligheidsregio’s zijn maximaal opgeschaald tot GRIP 4 en hebben het al druk genoeg met de aanpak van de coronacrisis in het publieke domein. In het uiterste geval kan het noodzakelijk zijn dat een bedrijf uit veiligheidsoverwegingen de werkzaamheden of productie tijdelijk stil legt.”

Hubert Klerkx, Brzo-coördinator Limburg, ziet ook nog geen problemen. “Wij hebben de beoordeling van de reacties van de bedrijven op onze uitvraag neergelegd bij de Brzo-inspecteurs die de bedrijven in hun dossier hebben. De bedrijven melden vooralsnog geen knelpunten. De paraatheid en continuïteit worden in de gaten gehouden en de meeste bedrijven hebben hun interne crisisteam geactiveerd. Bedrijven denken wel na over opschaling van maatregelen. Bijvoorbeeld door ondersteuning van personeel vanuit andere vestigingen voor te bereiden, zodat kritische procesbesturingsfuncties niet in het geding komen. Ook stillegging van processen wordt als optie achter de hand gehouden, maar dat gebeurt alleen in het uiterste geval. Stilleggen van een complexe chemische plant is niet eenvoudig. In Limburg-Noord bevinden zich een aantal logistieke bedrijven met Brzo-plichtige opslag. Daar kan bij veiligheidsknelpunten gemakkelijker worden ingegrepen in bedrijfsprocessen. Er zijn echter ook bedrijven die te allen tijde moeten blijven draaien, zoals een grote brandstoftransporteur. Die is immers vitaal voor de logistiek en ook voor de continuïteit van de hulpverlening.”

Inspecties 

De coronacrisis trekt een flinke wissel op het Brzo-inspectieprogramma voor 2020. Logisch, vindt Johan Braker. “Als overal in het land maatregelen worden genomen om contact tussen mensen zo veel mogelijk te beperken, kun je niet met een inspectieteam met mensen uit verschillende regio’s een bedrijfsterrein op stappen. Veiligheid en gezondheid van de inspecteurs en de medewerkers van het bedrijf is onze eerste prioriteit. Het laatste dat we willen is dat het inspectieteam een besmetting oploopt of per ongeluk bij het bedrijf iemand besmet. In samenspraak met de coördinatoren van Brzo-regio Noord is daarom besloten om fysieke inspecties voorlopig niet uit te voeren. Goed dat ook op landelijk managementniveau niveau door BRZO+ is besloten om inspecties voorlopig stil te leggen. Gezien de ontwikkelingen van het coronavirus moeten we de periode van stillegging verlengen. Voor het stellen van een nieuwe datum moeten we landelijk één lijn trekken. Het stilleggen van inspecties heeft een forse impact op de inspectieplanning voor 2020. Het streven van BRZO+ is dat de vervallen inspecties later dit jaar worden ingehaald. Dat zal een behoorlijke uitdaging worden, waarbij mogelijk keuzes gemaakt moeten worden. Bijvoorbeeld door hogedrempelinrichtingen prioriteit te geven ten op zichtte van lagedrempelinrichtingen. Maar de aanpak van de pandemie gaat nu even vóór Brzo-toezicht.”

In Limburg vindt ook Hubert Klerkx dat bijzondere tijden bijzondere beslissingen vergen. “Nood breekt wet. Niet alleen willen we besmetting voorkomen, veel inspecteurs hebben ook een operationele piketfunctie die gewaarborgd moet blijven. Zeker nu de veiligheidsregio’s alle zeilen moeten bijzetten om de paraatheid van de hulpverlening op peil te houden en de effecten van de uitbraak op de samenleving te beheersen. We moeten zuinig zijn op ons personeel! We moeten ook geloofwaardig blijven: bedrijven hebben nu, net als wij, wel iets anders aan hun hoofd dan controle op naleving. Inhalen van het inspectieschema zal verre van eenvoudig zijn. We zullen daarin moeten prioriteren, op basis van risicoprofiel en eerdere inspectiegeschiedenis. Of we de achterstand weer kunnen inlopen en op welke termijn, zal vooral afhangen van het al dan niet verlengen van de overheidsmaatregelen om verspreiding van het virus in te dammen. Als het heel lang gaat duren, moeten we bekijken wat we nog wel kunnen doen. Ondertussen voeren we waar dit mogelijk is wel administratieve controles op afstand uit.”