Industrie moet zich beter prepareren op langdurige stroomuitval

Nieuws van het LEC BrandweerBRZO, september 2021

Afgelopen maand publiceerde de Onderzoeksraad voor Veiligheid haar rapport over het onderzoek naar de grootschalige stroomuitval bij Shell Pernis in juli 2017. Door dat voorval vielen ook veiligheidskritische systemen uit, waardoor Shell geruime tijd geen zicht had op haar procesinstallaties. Een potentieel risicovolle situatie, zo concludeert de Raad. Shell zou bij scenario-analyses onvoldoende rekening hebben gehouden met gelijktijdige uitval van meerdere kritische systemen. Een les die alle chemiebedrijven én toezichthoudende overheden ter harte mogen nemen. Want de risico’s en mogelijke keteneffecten bij langdurige stroomuitval blijken bij een deel van de risicobedrijven onderbelicht, constateert Brzo-coördinator Johan Braker van Veiligheidsregio Groningen.

Veiligheidsregio Groningen voerde, mede naar aanleiding van het incident bij Shell, in 2018 een eigen thema-inspectie uit bij meerdere Brzo-inrichtingen in haar werkgebied. Met als onderzoeksvraag in hoeverre de Brzo-inrichtingen voorbereid zijn op het waarborgen van de (externe) veiligheid bij stroomuitval. De conclusie was volgens Johan Braker dat bedrijven weliswaar maatregelen hebben getroffen om de gevolgen van stroomuitval op te vangen, maar dat het adequaat functioneren van noodvoorzieningen bij langdurige en grootschalige stroomuitval niet altijd verzekerd is.

Kwetsbaar stroomnet

“Het incident bij Shell was niet de enige aanleiding om de risico-industrie in ons werkgebied eens kritisch te inspecteren op dit specifieke thema”, aldus Braker. “Er waren in de loop der jaren meer gebeurtenissen die onze aandacht vestigden op de kwetsbaarheid van de industrie bij scenario’s van grootschalige en langdurige stroomuitval en de mogelijke consequenties voor de externe veiligheid. Zo waren er in 2007 en 2017 twee incidenten met Apache-helikopters die tegen hoogspanningsleidingen vlogen, waardoor grote gebieden dagenlang zonder stroom kwamen te zitten. In 2016 beleefde Noord-Nederland een zware ijzelsituatie, waardoor de stroomvoorziening in delen van het gebied wegviel. Als veiligheidsregio wilden wij graag weten of bedrijven met risicovolle processen voldoende aandacht hebben voor scenario’s van stroomuitval en of zij met hun getroffen maatregelen en noodvoorzieningen ook langere tijd de veiligheid voor de omgeving kunnen waarborgen.”  Diverse casuïstiek toont aan dat stroomstoringen regelmatig voorkomen; vooral dippen in de stroomvoorziening en kortdurende stroomuitval. Uit literatuur en gesprekken met de netbeheerder blijkt dat de betrouwbaarheid van de stroomvoorziening door de vele invloeden op het stroomnet in de toekomst mogelijk verder afneemt. Ook de energietransitie speelt hierbij een rol, omdat de wisselende hoeveelheid elektriciteit uit zonnepanelen, windmolenparken en andere stroomleveranciers het elektriciteitsnet minder stabiel maakt. Door die ontwikkelingen en als gevolg van calamiteiten kan langdurige stroomuitval niet worden uitgesloten. Braker: “Dat is lastig voor huishoudens en kleine ondernemers, maar potentieel gevaarlijk als kritische besturings- en veiligheidssystemen in de procesindustrie ook getroffen worden.” 

Lange duur en keteneffecten

Veel Brzo-inrichtingen hebben dan ook maatregelen getroffen voor het scenario stroomuitval. Veel van de noodvoorzieningen zijn echter bedoeld voor een back-upfunctie van maximaal twee tot vier uur. De inspecteurs richtten zich tijdens de Brzo-inspecties in 2018 daarom vooral op scenario’s met een langere duur dan waarop de capaciteit van de noodvoorzieningen is berekend. De hoofdvraag luidde: kan de betreffende Brzo-inrichting aantonen dat met de gerealiseerde noodvoorzieningen en back-upsystemen een zwaar ongeval kan worden voorkomen, indien de stroomuitval langer duurt dan verwacht?

Tijdens de meeste inspecties werden slechts kleine afwijkingen aangetroffen in bijvoorbeeld de beschikbaarheid van documentatie of de uitvoering van testen. Soms behoefde de noodvoorziening zelf een verbetering of optimalisatie. In een enkel geval was sprake van grotere omissies en bleek de capaciteit van de noodvoorziening onvoldoende afgestemd te zijn op het aantal verbruikers. Door diverse uitbreidingen was de stroomafname in het bedrijf toegenomen, terwijl de noodvoorziening daarop niet was aangepast. In een ander geval kon niet worden aangetoond dat bij langdurige stroomuitval en uitval van de noodvoorziening een blijvende veilige situatie kon worden gegarandeerd. Dit vereiste aanvullende maatregelen.

Veel Brzo-inrichtingen bleken zich er onvoldoende van bewust dat de complicaties groter worden naarmate de grootschalige en langdurige stroomuitval langer duurt. Na verloop van tijd valt het besturingssysteem uit en raakt de operator het zicht op de installatie kwijt. Noodverlichting en terreinverlichting zijn vaak maar uitgelegd voor maximaal een uur. Het verkrijgen van brandstof voor het aanvullen van een noodaggregaat, wordt gedurende het verloop van het scenario steeds lastiger, omdat tankstations niet werken en leveranciers niet meer bereikbaar zijn. Ook valt telecommunicatie na enkele uren uit, waardoor het regelen van extra of vervangend personeel of brandstof wordt belemmerd.

De grootste tekortkoming die tijdens de inspectie werd aangetroffen, betrof het onvoldoende beveiligen van het Motor Control Centre (MCC), ook wel de ‘meterkast’ van de fabriek. Bij stroomuitval worden noodvoorzieningen veelal bijgeschakeld in het MCC. Maar als de stroomuitval ontstaat door een brand in het MCC zelf, schakelt de noodvoorziening mogelijk niet in. Uit casuïstiek blijkt dat een brand in een MCC niet als een onrealistisch scenario kan worden beschouwd. Meerdere inrichtingen hebben maatregelen getroffen door middel van branddetectie in combinatie met blussystemen of het optreden van de bedrijfsbrandweer. Een enkele inrichting had echter onvoldoende maatregelen getroffen.

Blijvend actueel

De kern van de thema-inspecties in 2018 is volgens Johan Braker dat bedrijven zich bewust moeten zijn van de keteneffecten en knelpunten die kunnen ontstaan als uitval van de stroomvoorziening langer dan vier uur, in extreme situaties mogelijk zelfs dagen, duurt. Het kan dan onmogelijk blijken om de noodstroomvoorziening voor veiligheidskritische systemen in stand te houden.

“Noodvoorzieningen voor maximaal twee tot vier uur zijn veelal afdoende voor de meeste Brzo-inrichtingen met logistieke opslag. Maar inrichtingen met chemische processen en bijvoorbeeld gekoelde opslag van gevaarlijke stoffen of instabiele stoffen, moeten de veiligheid van die processen ook tijdens een langdurige stroomuitval kunnen blijven garanderen. In de praktijk blijkt dat bedrijven scenario’s van langere duur met de bijkomende complicaties en keteneffecten niet automatisch op het netvlies hebben. Het rapport van de Onderzoeksraad na de stroomstoring bij Shell bevestigt dat. Het is een thema dat in mijn ogen blijvend aandacht vraagt. Mede door de grote veranderingen in het elektriciteitsnet als gevolg van de energietransitie zijn scenario’s rond langdurige en grootschalige stroomuitval blijvend actueel en relevant voor het vakgebied Industriële Veiligheid.”

Het Joint Research Centre van de Europese Commissie deed onderzoek naar industriële incidenten waarbij verstoring van de elektriciteitsvoorziening ene rol speelde. Lees de publicatie ‘Learning from incidents involving power supply failures‘.