Groen licht voor particuliere brandbestrijdingsspecialisten in nablusfase

Nieuws van het LEC BrandweerBRZO, april 2021

Langdurige nablusoperaties bij grote bedrijfsbranden kunnen prima door particuliere brandbestrijdingsorganisaties worden uitgevoerd, mits de brand onder controle is en het gevaar voor de omgeving is geweken. Dat is in een nutshell de conclusie van de Raad van State na een drie jaar durende zaak die een recyclingbedrijf uit Stadskanaal had aangespannen tegen de Provincie Groningen. De uitspraak is een steun in de rug voor de veiligheidsregio’s, die bij dit type branden nu sterker staan bij het overdragen van de nablus- en opruimfase aan het bedrijf. Dat moet dan zelf een specialist inschakelen en die inzet bekostigen.

Ieder brandweerkorps met recyclingindustrie in zijn verzorgingsgebied kent ze wel: branden bij recyclingbedrijven voor papier, schroot, bouwafval, biomassa, elektronica. Ze kenmerken zich door hun grote brandvolume en hun langdurig en weerbarstig karakter. Het kan soms dagen of zelfs weken duren voordat de laatste smeulende resten zijn gedoofd en afgevoerd. Precies het type brand waarmee brandweereenheden van Veiligheidsregio Groningen in november 2017 in Stadskanaal dagenlang in de weer waren. Op het terrein lag een enorm volume gemengd afval, variërend van bouwafval tot elektronica, houtresten en kunststoffen, tot een hoogte van ruim 20 meter. De brand had een grote milieu-impact en de rookontwikkeling leidde tot forse schade bij naburige bedrijven.

Forse belasting

De dagen durende nablussing was een behoorlijke belasting voor de veiligheidsregio. Brandweerpersoneel en -materieel moesten langdurig uit de paraatheid worden onttrokken en veel brandweervrijwilligers bleven lange tijd weg van hun reguliere werkgever. De brandweer en de Provincie Groningen als bevoegd gezag kregen het getroffen bedrijf niet zo ver om zelf een specialistisch bedrijf in te schakelen dat de nablussing van de brandweer zou overnemen. Daarom legden zij die oplossing na vier dagen nablussen alsnog onder dwang op. De ondernemer was het er niet mee eens dat de nablus- en opruimfase zijn verantwoordelijkheid was en procedeerde door tot de Raad van State. Die stelde met zijn uitspraak eind 2020 de provincie en de veiligheidsregio in het gelijk.

Tijdig plan van aanpak

Volgens Tolsma zijn grote bedrijven over het algemeen prima voor rede vatbaar en kunnen zij de nafase bij een brand onder hun verantwoordelijkheid goed organiseren. Hij kent eerdere voorbeelden van langdurige smeulbranden, waarbij in goede samenspraak met het bedrijf een plan van aanpak is gemaakt en de afblussing van de resten tijdens de opruimfase door een commerciële brandweerdienst werd overgenomen. “Belangrijk is dat je tijdig met de eigenaar in overleg gaat en samen een degelijk plan van aanpak maakt. Vervolgens moet de eigenaar voldoende gelegenheid hebben om samen met zijn verzekeraar de inzet van een commerciële brandweerdienst te regelen. Als die aan de slag gaat, moet de overheidsbrandweer een goede overdracht uitvoeren en afspraken maken over hoe de klus wordt aangepakt en welke acties moeten worden ondernomen als de brand plotseling weer oplaait.”

De Raad van State stelt in zijn uitspraak de voorwaarde dat de brandweer een redelijke termijn moet hanteren voor de overdracht van de nablussing aan het bedrijf. Tolsma: “Je kan tegen zo’n ondernemer niet zeggen: ‘over een half uurtje stoppen we ermee, regel het nu zelf maar.’ Het organiseren van particuliere inzet kost tijd, houd daar al tijdens de acute fase rekening mee en betrek de eigenaar tijdig bij de besluitvorming. Een belangrijk advies is om daarmee wel te wachten tot de ergste emoties bij de eigenaar zijn ingedaald. Het is niet handig om hem al in de acute stress en schrik van het eerste uur aan te spreken op zijn verantwoordelijkheid. Dan heeft hij andere zorgen aan zijn hoofd.”

Aandacht voor risicorelevante bedrijven

Vanwege hun impact en lastige bestrijding is aandacht voor beheersbaarheid van schroot- en afvalbranden gewenst. Daarbij moet onder andere worden gekeken naar effectieve bestrijdingsstrategieën en een goede rolverdeling tussen de overheidsbrandweer, het bedrijf en specialisten die de nablusfase kunnen overnemen. Volgens Piet Tolsma zou het een optie kunnen zijn om al in de koude fase in gesprek te gaan met recyclingbedrijven en soortgelijke risico-industrieën (cacaobranche, logistiek). Dan kan proactief worden gekeken naar mogelijkheden voor brandbeheersing en kan een gezamenlijke strategie worden opgesteld voor als het mis gaat. Met goede afspraken over waar de verantwoordelijkheid van de veiligheidsregio ophoudt en waar die van het bedrijf begint.